BEOORDELING VAN DE ONTVANGEN BEZWAREN door Stad Mechelen in beslissing vergunning 06/2024

Hieronder kan je een deel van de beslissing lezen die de Stad Mechelen gepubliceerd heeft bij de goedkeuring van de Plopsaqua vergunninsaanvraag in juni 2024.
Je kan het volledige document hier downloaden.

Er werden 704 bezwaren ingestuurd via verschillende kanalen. Het antwoord op je bezwaar moet je dus hieronder kunnen terugvinden. Er is geen persoonlijk antwoord op jouw bezwaar. De bezwaren werden door de stadsadministratie gebundeld in categorieën. Je zal dus even moeten zoeken in welke categorie jouw bezwaar is beland, en dan kan je daar de evaluatie vinden. Het is belangrijk dat je dit nakijkt, of je vraag wel degelijk behandeld is.
Deze evaluaties zijn erg belangrijk voor het beroep, omdat we ook deze informatie nu kunnen gebruiken om juridische hefbomen te creëren.
Laat het dus zeker weten als je onregelmatigheden vindt in deze tekst. (info@groenebuffer.be)
Dankjewel voor je hulp!

1.1.1 Bezwaarschriften die handelen over de ontbossing

1.1.1.1         Algemeen pleidooi voor behoud Zennebeemdenbos

De meeste bezwaarindieners maken bezwaar tegen het verdwijnen van het bos. Er wordt algemeen gesteld dater een gebrek is aan open ruimte, natuur en bos. De bezwaarindieners menen bovendien dater al te veel bos verdwenen is op Mechels grondgebied. Bossen moeten worden beschermd en uitgebreid in plaats van vernietigd voor commerciele doeleinden. Elk stukje groen dat in en random Mechelen ligt, zou te alien tijde bewaard moeten blijven.

Het behoud van het bos is volgens de bezwaarindieners van cruciaal belang voor het welzijn en de gezondheid van de mens. Het bos zorgt voor rust, stilte en ontspanning en is nodig voor de opvang van geluidshinder, lichthinder en stikstofdepositie van de E19. Het bos fungeert als groene long en helpt bij het zuiveren van de lucht, het vastleggen van CO2 en het reguleren van het klimaat. Daarnaast heeft het Zennebeemdenbos ook een belangrijke waterbufferfunctie (opvang regenwater en voorkomen overstromingen). Het kappen van dit bos is volgens bezwaarindieners in strijd met de wetgeving en het ruimtelijk beleid van de stad Mechelen.

1.1.1.2.         Ecologie en biodiversiteit

Het Zennebeemdenbos betreft volgens de bezwaarindieners een belangrijk en waardevol natuurgebied. Het speelt een belangrijke rol in de lokale ecosystemen en op vlak van biodiversiteit. Het bos is een belangrijk leefgebied en toevluchtsoord voor diverse dier- en plantensoorten – waarvan sommige ook zeer zeldzaam zijn – en draagt bij aan de biodiversiteit van de regio. Een verdere inperking van het bos betekent een verlies aan biodiversiteit, een verstoring van het ecosysteem en heeft bijgevolg negatieve gevolgen voor de aanwezige fauna en flora (o.a. door vernietiging van leefgebieden). Het project zal onherstelbare schade toebrengen aan de biodiversiteit en de natuurlijke balans in het gebied verstoren.

1.1.1.3.         Recreatieve functie

Het bos heeft momenteel ook een belangrijke recreatieve waarde/functie. Volgens de bezwaarindieners leidt voorliggend project tot het verdwijnen van gratis (vrije toegankelijke) ontspanningsruimte/wandelruimte in de stad Mechelen door het afsluiten en privatiseren van het terrein en door de vernietiging van het bos en de wei. Corona heeft immers aangetoond dat Mechelen een acuut tekort heeft aan bosomgeving om groene (wandel}ruimte te bieden aan bewoners.

1.1.1.4.         Boscompensatie

De voorgestelde boscompensatie voldoet volgens de bezwaarindieners niet. In de eerste plaats omdat het Zennebeemdenbos volgens de bezwaarindieners onvervangbaar is.

Daarnaast wordt geargumenteerd dat de nieuwe aanplant niet dezelfde waarde heeft als het bestaande bos. De nieuwe aanplant bestaat immers uit kleine,jonge bomen die nog heel veel tijd nodig hebben om uit te groeien tot volwassen bomen. Veel van de nieuwe (kleine, jonge) bomen die aangeplant worden , overleven bovendien niet.

Bovendien wordt de compenserende bebossing voorzien op vruchtbare landbouwgronden die beter benut kunnen worden in functie van landbouw. Bijkomend wordt gesteld dat sommige percelen die worden aangegeven voor bebossing (in functie van de compensatie) reeds bebost zijn. Tot slot stellen de bezwaarindieners dat de grootte van de bebossing foutief berekend werd.

1.1.2.       Bezwaarschriften die handelen over de impact op het klimaat

  1. Project is niet klimaatbestendig of toekomstgericht

Het project zal volgens de bezwaarindieners een enorme negatieve impact hebben op het klimaat en heeft een grate ecologische voetafdruk. Het project is niet circulair, niet CO2- neutraal, niet waterzuinig, niet fossielvrij en dus op geen enkele manier klimaatbestendig oftoekomstgericht. Er zal veel energie nodig zijn voor zowel de bouw als de exploitatie van het zwembad (a.a. voor de waterzuivering, verlichting, …). De verwarming gebeurt bovendien grotendeels met een gasverbranding-installatie. Dit is niet in overeenstemming met de Europese objectieven om gebouwen klimaatneutraal te verwarmen tegen 2050.

Verharding en minder bomen zorgen voor meer warmte-absorptie en hittestress en zullen een directe impact hebben op de omgeving. Ontharden (door a.a. tegelwippen), vergroenen en het verminderen van CO2 zijn de stokpaardjes van het Mechelse klimaatbeleid. Het verdwijnen van waardevol natuurgebied gaat met andere woorden in tegen het lokale klimaatbeleid.

1.1.2.2.         Geen duurzaam gebouw

Enkele bezwaarindieners menen dat de op te richten gebouwen geen duurzame gebouwen betreft en dat de levensduur ervan beperkt is omwille van de constructie.

1.1.2.3.         Waterverspilling

Bezwaarindieners menen dat voorliggende aanvraag ongewenst is omwille van het water dat zal worden gebruikt om de zwembaden te vullen en stellen dat dergelijke waterverspilling onverantwoord is in huidige tijden.

1.1.3.       Bezwaarschriften die de meerwaarde van het project in vraag stellen

Het project heeft volgens de bezwaarindieners geen enkele meerwaarde; de bouw van een zwembad/waterpretpark weegt niet op tegen de aanwezige natuurwaarde van het gebied. Volgens meerdere bezwaarindieners is er bovendien geen nood aan een bijkomend zwembad en wordt er gesteld dat Mechelen reeds voldoende zwemgelegenheden heeft.

Het project komt er vol gens de bezwaarindieners louter in functie van commerciele doeleinden. In meerdere bezwaarschriften wordt ook verwezen naar het feit dat voor dit project subsidies en overheidsmiddelen worden toegekend aan de aanvrager.

Bovendien is er volgens de bezwaarindieners geen garantie dat het zwembad toegankelijk is voor alle Mechelaars, is er nergens een voorrangsregeling bepaald tussen inwoners en niet­ inwoners en bestaat de vrees dat vooral het bovenlokaal karakter zal overheersen. Door sommige bezwaarindieners wordt zelfs gesteld dat het zwembad niet geschikt is voor schoolzwemmen en dat het louter een pretpark is.

1.1.4.       Bezwaarschriften met betrekking tot het alternatievenonderzoek

Een groot aantal bezwaarindieners vindt dat de locatie in kwestie niet geschikt is voor het beoogde project. Volgens meerdere bezwaarindieners werd zowel door de stad Mechelen als door de aanvrager onvoldoende locatie-onderzoek gevoerd naar andere locaties om dergelijk project te realiseren. De bezwaarindieners stellen namelijk dater meer geschikte locaties zijn (zowel in de stad Mechelen als in de aanpalende gemeenten) om dergelijk project te realiseren waarbij de randvoorwaarden (mobiliteit, natuur, overlast, toegankelijkheid, …) beter zijn en de impact op de aanpalenden en het projectgebied beperkter is. Zo wordt er onder andere verwezen naar de Ragheno-site, Stuivenberg, Hofstade, de Nekker,          In meerdere

bezwaarschriften wordt ook verwezen naar de vele industrieterreinen die leegstand kennen en bijgevolg in aanmerking zouden komen. Tot slot wordt ook de vraag gesteld waarom het bestaande zwembad aan de Geerdegemvaart niet vernieuwd en/of uitgebreid kan worden.

1.1.5.       Bezwaarschriften die handelen over de mobiliteit

  1. Huidige wegennet reeds overbelast

De bezwaarindieners stellen dat het huidige wegennet rond het projectgebied (Zemstbaan, B101, rotonde, E19, …) reeds overbelast is (o.a. door de invoering van het eenrichtingsverkeer op de vesten, de komst van de tangent en het grote logistieke project in Mechelen-Zuid) en dat de maxima le capaciteit van deze wegen al bereikt is. De realisatie van voorliggend project zal ertoe leiden dat het wegennet bijkomend zal worden belast en er herhaaldelijk files zullen ontstaan langsheen deze wegen (met o.a. ook files op de snelweg). Auto- en vrachtverkeer zal daardoor zijn weg zoeken via andere wegen, wat leidt tot sluipwegen (met bijhorende overlast tot gevolg). Bovendien is dit ook nefast voor de verkeersveiligheid in de omgeving.

1.1.5.2.         MOBER niet toereikend

De mobiliteitsstudie is volgens de bezwaarindieners opgemaakt tijdens een niet­ representatieve periode (corona-periode} en op veel te korte termijn en kan hierdoor niet als ontvankelijk worden bevonden. De gegevens die de aanvrager gebruikt in het MOBER zijn gedateerd. Sinds begin juli 2022 is de tangent geopend waardoor er een ruimere verkeersstroom is rond de rotonde. Ook het aanpassen van de vesten is in voege, wat de verkeersstroom verder doet toenemen. Een geactualiseerde mobiliteitsstudie (MOBER) die rekening houdt met al deze veranderingen alsook een inschatting maakt van de cumulatieve effecten van andere projecten in de omgeving is bijgevolg noodzakelijk.

Bijgevolg had de aanvraag dan ook als onontvankelijk moeten worden bevonden. Algemeen wordt gesteld dat de impact op het verkeer en de mobiliteit zwaar onderschat wordt.

1.1.5.3.         Zoekverkeer en parkeeroverlast

Meerdere bezwaarindieners stellen dat in de omgevingsvergunningsaanvraag geen/te weinig flankerende maatregelen worden voorgesteld om zoekverkeer en parkeeroverlast langsheen de omliggende wegen (zoals de Zemstbaan, Brusselsesteenweg en Abeelstraat) en op de parkeerterreinen van de naburige handelszaken en bedrijven te beperken. De bezwaarindieners stellen dat het betalend parkeren ertoe zal leiden dat bezoekers gratis parkeermogelijkheden in de omgeving zullen zoeken hetgeen, volgens de bezwaarindieners, ongetwijfeld zal leiden tot overlast en hinder voor de omwonenden {door meer (zoek)verkeer in de omliggende straten) en conflictsituaties (want gevaarlijk voor fietsers). Daarbij wordt opgemerkt dater op de Brusselsesteenweg nu al tussen de bomen geparkeerd wordt (wat slecht is voor de bomen en gevaarlijk wegens onvoldoende zicht op aankomend verkeer). Ook zullen de omliggende straten als sluipweg gebruikt worden .

1.1.5.4.         Zemstbaan niet geschikt voor traag verkeer

De bezwaarindieners stellen dat de hoofdtoegang voor zwakke weggebruikers (fietsers en voetgangers) wordt voorzien langsheen de Zemstbaan. Deze weg is echter niet uitgerust met een afgescheiden fiets- en voetpad of met zebrapaden. Volgens de bezwaarindieners zal dit leiden tot gevaarlijke conflictsituaties tussen het autoverkeer langsheen de Zemstbaan en de zwakke gebruiker.

1.1.5.5.         Modal split

Volgens de bezwaarindieners toont de omvang van de parking aan dater enkel gemikt wordt op bezoekers die met de auto komen. Het is volgens de bezwaarindieners nu al een feit dat 99% van de bezoekers van Technopolis met de auto komt. Deze autogerichtheid leidt aIleen maar tot bijkomend autoverkeer. Er wordt geen waarborg gegeven voor de vooropgestelde modal shift van 50%. Bovendien laat de aanvrager deze modal shift over aan derden (De Lijn, stad Mechelen, NMBS) en bestaat er geen engagement op lange termijn om deze te verwezenlijken. Daarnaast wordt gesteld dat de bereikbaarheid voor fietsers en voetgangers vanuit Mechelen centrum niet veilig is gelet op het ontbreken van veilige fietspaden en veilige oversteekpunten. Ook de bereikbaarheid met het openbaar vervoer wordt niet gegarandeerd of wordt alleszins in vraag gesteld. Daarbij wordt opgemerkt dat Mechelen station te ver van de projectsite ligt.

1.1.5.6.         Bijkomende infrastructuurwerken noodzakelijk

De bezwaarindieners stellen dat de stad de afgelopen jaren enkele aanpassingen doorvoerde aan de wegeninfrastructuur in de wijk Mechelen-Zuid met het oog op een vlottere verkeersdoorstroming, en dus het verminderen van overlast voor de bewoners, alsook verkeer dat bestemd is voor Mechelen-Noord af te leiden. De bezwaarindieners stellen dat deze infrastructuurwerken niet als doel hadden om grootschalige projecten aan te trekken, hetgeen deze inspanningen immers teniet zou doen. Volgens de bezwaarindieners heeft voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag als gevolg dat in de toekomst bijkomende infrastructuurwerken noodzakelijk zijn die de mobiliteitsdruk zullen vergroten en doen uitdijen naar de rest van de wijk Mechelen-Zuid.

1.1.5.7.         Werkgroep (i.f.v. monitoring)

De bezwaarindieners stellen zich vragen bij de oprichting van een werkgroep die de effectiviteit van de flankerende maatregelen in kaart zal brengen en evalueren en stelt dat er geen sprake is van een afvaardiging vanuit de omgeving voor deze werkgroep.

1.1.5.8.         Alternatievenonderzoek

De bezwaarindieners stellen zich de vraag of er voldoende onderzoek werd gevoerd naar andere locaties om dergelijk complex en een bijkomende vraag naar zwemwater te huisvesten zonder noemenswaardige mobiliteitseffecten.

1.1.5.9.         Onderschatting aantal benodigde parkeerplaatsen

De bezwaarindieners stellen dat het aantal benodigde parkeerplaatsen onderschat wordt. Het aantal voorziene plaatsen in het parkeergebouw is bijgevolg onvoldoende. Er wordt bovendien geen rekening gehouden met de groeiplannen van Technopolis. Ditalies zal leiden tot een verhoogde parkeerdruk en bijhorende overlast in de omgeving van het projectgebied.

1.1.5.10.       Zemstbaan als oplossing bij grote evenementen

De bezwaarindieners stellen dat de Zemstbaan als ‘oplossingsroute’ wordt beschouwd wanneer er naar aanleiding van grotere evenementen in Technopolis files ontstaan aan de rotonde. Dit wordt als zorgwekkend en problematisch beschouwd.

1.1.5.11.       Geen parking voor autocars

Het project voorziet niet in een parking voor autocars. Autocars dienen te parkeren op de parking van Technopolis (voorplein, geen deel uitmakend van voorliggende aanvraag).

Echter is voor deze busparking geen vergunning verleend.

1.1.5.12.       Zone ‘non-aedificandi’ langsheen snelweg

Bezwaarindieners menen dat het KB van 4 juni 1958 inzake vrije stroken langs snelwegen niet gerespecteerd wordt.

1.1.6.       Bezwaarschriften die handelen over de procedure

  1. Ontbreken van belangrijke informatie en tegenstrijdige gegevens

Volgens de bezwaarindieners zijn er verschillende aspecten in de aanvraag die onvoldoende (duidelijk) zijn uitgewerkt. Zo wordt er volgens de bezwaarindieners nergens melding gemaakt van de afmetingen van de glijbanen in het buitengedeelte, ontbreken er gegevens over de bezoekersaantallen van Plopsaqua in Landen Hannuit en De Panne.

Daarnaast omvat het dossier ook tegenstrijdige gegevens bijvoorbeeld over wat betreft het maximum aantal toegelaten bezoekers.

Sommige bezwaarindieners menen dan weer dater onduidelijkheid bestaat over welke percelen juist zijn opgenomen in de aanvraag en welke percelen er in eigendom zijn van Natuurpunt. De afbakening van het projectgebied zou volgens sommigen niet overeenkomen met de betrokken percelen in de aanvraag. ook zouden er volgens de bezwaarindieners meer percelen worden gebruikt dan opgenomen in de aanvraag.

1.1.6.2.         Openbaar onderzoek tijdens vakantieperiode

Het feit dat het openbaar onderzoek werd opgestart tijdens een vakantieperiode (wanneer veel mensen op vakantie zijn) geeft volgens de bezwaarindieners duidelijk aan dat men zo weinig mogelijk inspraak wenst.

1.1.6.3.         Verwijzing naar eerder openbaar onderzoek

Een bezwaarindiener haalt aan nooit reactie te hebben ontvangen op de eerder ingediende bezwaarschriften (in het kader van het vorig ingediende dossier).

Sommige bezwaarindieners vragen zich bovendien af water met deze (vorige) bezwaren is gebeurd en of hier rekening mee gehouden werd. Sommige bezwaarindieners menen dat de bezwaren door de stad allemaal als niet-gegrond worden beschouwd en dat negatieve adviezen worden genegeerd.

1.1.6.4.         Gewestelijk RUP dient eerst goedgekeurd te zijn

Volgens de bezwaarindieners keurde de Vlaamse regering op 17-07-2020 de startnota goed voor de opmaak van een GRUP voor het regionaal stedelijk gebied Mechelen (op het grondgebied van Mechelen, Sint-Katelijne-Waver en Zemst). Het plan herneemt delen van het GRUP voor de afbakening van het regionaal stedelijk gebied Mechelen, goedgekeurd in 2008. Omdat een plan-MER ontbrak werd de procedure van het GRUP hervat met expliciet aandacht voor duurzame mobiliteit. Bezwaarindieners menen dat het GRUP nog niet definitief werd goedgekeurd.

1.1.6.5.         Toekomstige uitbreidingen en aanvragen zonder openbaar onderzoek

Volgens de bezwaarindieners wordt in voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag een projectzone voorgesteld die grater is dan diegene die initieel werd voorgesteld aan de omwonenden. Bijkomend wordt opgemerkt dat het project in de toekomst nog verder zal kunnen uitbreiden (waardoor er dus nog meer bos verloren zou gaan) en dit, volgens sommige bezwaarindieners, overeenkomstig een omgevingsvergunningsaanvraag volgens de vereenvoudigde procedure en bijgevolg zonder openbaar onderzoek (en dus zonder inspraak voor de buurtbewoners).

1.1.6.6.         Gebrek aan inspraak

Met de info van de buurtbewoners werd er nauwelijks rekening gehouden. De stad Mechelen neemt de bezorgdheden van haar inwoners niet ernstig.

1.1.6.7.         Passende beoordeling noodzakelijk

De voortoets passende beoordeling maakt melding van slechts 2 stookinstallaties terwijl de aanvraag er 3 omvat. Daarnaast zijn de gegevens m.b.t. de bronbemaling niet opgenomen in de voortoets. ook wordt er in de voortoets geen rekening gehouden met de cumulatie van omliggende projecten. De bezwaarindieners menen dat mogelijks de opmaak van een passende beoordeling vereist is. Enerzijds omdat in de voortoets slechts 2 stookinstallaties worden vermeld terwijl de aanvraag er 3 omvat. Anderzijds omdat er geen gegevens m.b.t. de bronbemaling zijn opgenomen in de voortoets en omdat er geen rekening gehouden is met de cumulatie met omliggende projecten.

1.1.6.8.         Project-MER of ontheffing noodzakelijk

Volgens de bezwaarindieners dient een project-MER of een gemotiveerd verzoek tot ontheffing te worden opgesteld door de aanvrager daar de aanvraag voldoet aan beide niet-cumulatieve voorwaarden van bijlage 11, punt 12 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieen van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage.

Door andere bezwaarindieners wordt dan weer verwezen naar het feit dat het zwembad en Technopolis als milieutechnische eenheid dienen te worden beschouwd (parking wordt gedeeld, bussen parkeren op het voorplein van Technopolis en er worden combi-tickets verkocht}. Beide projecten bevinden zich in dezelfde geografische zone en zullen samen een grote impact hebben op het milieu. Bijgevolg dient een project-MER te worden opgesteld of is een MER-ontheffing noodzakelijk.

Het gegeven dat het project MER-plichtig is, zou volgens bezwaarindieners maken dat de aanvraag onontvankelijk verklaard had moeten worden .

  1. Vakantiedorpen, hotelcomplexen buiten stedelijke zones, permanente kampeer- en caravanterreinen, themaparken, skihellingen, skiliften en kabelspoorwegen, met bijhorende voorzieningen: met een terreinoppervlakte van 5 ha of meer, ofmet een verkeersgenererende werking van pieken van 1.000 of meer personenauto-equivalenten per tijdsblok van 2 uur.

De aanvraag voldoet echter niet aan bovenstaande voorwaarden want heeft geen betrekking op een vakantiedorp, hotelcomplex buiten stedelijke zones, permanente kampeer- en caravanterreinen, themapark, skihellingen, skiliften of kabelsporen met bijhorende voorzieningen.

Bovendien bedraagt de maximale verkeersgeneratie in een periode van 2 opeenvolgende uren in de vakantieperiode 560 pae/2u, en op een weekdag rond de spitsuren 272/2u. Het project genereert dus minder verkeer dan 1.000 of meer pae per tijdsblok van 2 uur.

Bezwaarindieners stellen dat het zwembad en Technopolis als een milieutechnische eenheid dienen beschouwd te worden , wat impliceert dat een project-MER of een MER­ ontheffing noodzakelijk is. Er is echter geen sprake van een operationele samenhang van beide projecten. Technopolis bestond al voor Plopsaqua en zal ook zonder Plopsaqua blijven bestaan.

De aanvraag heeft wel betrekking op een project als vermeld in bijlage Ill van het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieen van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage. Dit zijn de

categorieen van projecten waarvoor een project-m.e.r.-screening dient te gebeuren. De aanvraag heeft betrekking op volgende rubrieken van de bijlage Ill bij het project-m.e.r.­ besluit:

  • Rubriek 10b: ‘Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen’;
    • Rubriek 12: ‘Recreatie’;
    • Rubriek 10j: ‘Werken voor het onttrekken van grondwater’;
    • Rubriek 6: ‘Chemische industrie (vervaardiging en opslag van chemicalien)’;

1.1.6.9.         Stad Mechelen kan niet optreden als vergunningverlenende overheid

Volgens de bezwaarindieners kan de stad Mechelen niet optreden als vergunningverlenende overheid. Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning bepaalt in artikel 15/1 dat de deputatie bevoegd is voor projecten waarvoor overeenkomstig artikel 15 het college van burgemeester en schepenen bevoegd is, als voldaan is aan 2 voorwaarden; voor het project moet een milieueffectenrapport worden opgesteld en er is geen ontheffing van de rapportageverplichting verkregen en het college van burgemeester en schepenen is initiatiefnemer en aanvrager.

Volgens de bezwaarindiener voldoet voorliggende aanvraag aan beide voorwaarden en kan de stad Mechelen bijgevolg niet optreden als vergunningverlenende overheid.

Volgens de bezwaarindiener zal de stad Mechelen zwemwater afnemen van het stedelijk gedeelte van voorliggende aanvraag en is er dus minstens sprake van een gedeeld initiatief, zodat de stad Mechelen gekwalificeerd dient te worden als initiatiefnemer volgens de ratio legis van artikel 15/1 OVD juncto artikel 9bis van de Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, zoals ingevoegd door Richtlijn 2014/52/EU.

Volgens de bezwaarindieners dient het college van burgemeester en schepenen zich onbevoegd te verklaren, bij gebreke waaraan zij een schending begaat van de beginselen van behoorlijk bestuur.

1.1.7.       Bezwaarschriften die handelen over belangenvermenging

  1. Familiale banden

Het feit dater verregaande familiale banden zijn tussen vertegenwoordigers van de stad Mechelen en het bedrijf dat het zwembad zal bouwen, noopt volgens de bezwaarindieners tot het verplaatsen van de vergunningsbevoegdheid naar de provincie. De stad Mechelen kan immers niet objectief oordelen over de aanvraag.

1.1.7.2.         Samenwerking tussen aanvrager en stad Mechelen (marktbevraging en financiële vergoeding)

De bezwaarindieners menen dat, gezien de verregaande betrokkenheid, de stad Mechelen niet kan optreden als vergunningverlenende overheid. Stad Mechelen is zelf vragende partij voor een nieuw zwembad en zal bovendien jaarlijks een vergoeding betaIen aan de aanvrager voor de afname van zwemwater. Voorliggende aanvraag betreft immers een gevolg van een marktbevraging namens de stad Mechelen. Volgens de bezwaarindieners is de stad bijgevolg ook initiatiefnemer en mede-aanvrager.

Daarnaast wordt door de bezwaarindieners aangehaald dat de stad Mechelen inzake voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag niet objectief kan oordelen daar de stad Mechelen en het OCMW Mechelen een financiele vergoeding zullen ontvangen van

150.000 euro in functie van het ter beschikking stellen van de gronden voor de bebossing (na goedkeuring van voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag). Bijgevolg kan dan ook de objectiviteit van de stad Mechelen inzake het uitreiken van de vergunning in vraag gesteld worden . Bezwaarindieners menen dat het dossier behandeld dient te worden door de provincie.

1.1.8.       Bezwaarschriften die handelen over de planologische context

De aanleg van een commercieel zwembad is niet verenigbaar met de bestemming ‘zone voor openbaar nut’. Volgens de bezwaarindiener is het terrein gedeeltelijk gelegen in het GRUP ‘gebied voor gemeenschapsvoorzieningen’. Plopsaqua is een prive-initiatief waarbij winstbejag primeert op het gemeenschapsbelang.

Een andere bezwaarindiener verwijst naar de ligging in een groenzone/bufferzone en een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut volgens het gewestplan en stelt dat het verboden is om te bouwen in een groengebied/bufferzone.

nog een andere bezwaarindiener meent dat het wijzigen van de bestemming van een groene zone naar een recreatiegebied (om er een commercieel waterpark te kunnen bouwen) ingaat tegen de oorspronkelijke doelstellingen van het gewestplan en bijgevolg ook een gevaarlijk precedent kan betekenen (en er voor zal zorgen dat nog meer groene gebieden worden aangetast/aangesneden).

1.1.9.       Bezwaarschriften die handelen over de goede ruimtelijke ordening

  1. Algemeen

De aanvraag is volgens de bezwaarindieners in strijd met de goede ruimtelijke ordening. Daarbij wordt verwezen naar artikel 4.3.1., §1, 1, d) van de Vlaamse Codex Ruimtelijke

Ordening (VCRO) waarin bepaald wordt dat de aanvraag dient te worden geweigerd als blijkt dat het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening.

1.1.9.2.         Functionele inpasbaarheid

Gelet op de overlast die het project veroorzaakt en de inplanting van het project, nabij natuurgebied en woongebied, wordt door de bezwaarindieners besloten dat het project hier niet thuishoort, niet functioneel inpasbaar is en dat het dient te worden ingeplant op een andere locatie (bijvoorbeeld op een industrieterrein). Het creeren van massatoerisme en de commerciele steer zouden volgens de bezwaarindieners niet passen bij de identiteit en het karakter van het Zennebeemdengebied en zullen de leefbaarheid in de omgeving verminderen.

1.1.9.3.         Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De bezwaarindieners menen dat de aanvraag niet getuigt van een duurzaam en compact ruimtegebruik. De parking bijvoorbeeld kan volgens de bezwaarindieners kleiner/compacter worden uitgevoerd door deze bijvoorbeeld ondergronds te voorzien.

Door compacter te bouwen kan de bufferzone ten opzichte van de aanpalende percelen, die momenteel minimaal is volgens de bezwaarindieners, vergroot worden . Daarbij wordt opgemerkt dat in de groenbuffer een gracht en brandweg worden voorzien (waar dit in eerdere plannen niet het geval was) wat de bufferende functie teniet doet.

Tot slot wordt gesteld dat dergelijk groot gebouw naast een woongebied (residentiele wijk) een directe impact heeft op de aangrenzende woningen. Algemeen wordt gesteld dat het project niet in harmonie is met de omgeving. De gebouwen zijn veel te groot en hoog om harmonieus op te gaan in de omgeving.

  • Begroenen van de oostgevel van het zwembadgebouw;
  • Versterken bestaande groenstructuur: behoud bestaande bomen en versterking door aanplant nieuwe bomen;
  • Het voorzien van een houtwal met een hoogte van om en bij de 2m50.

1.1.9.4.         Visueel-vormelijke elementen

De bezwaarindieners stellen dat het uitzicht voor de aanpalende woningen langsheen de Zemstbaan in de huidige toestand hoofdzakelijk gekenmerkt wordt door natuur en uitzonderlijk het gebouw van Technopolis. De bezwaarindieners menen dat het realiseren van voorliggende aanvraag ertoe zal leiden dat dit groene uitzicht volledig teniet wordt gedaan en dat het landschap en de natuurlijke schoonheid van de omgeving wordt aangetast. Door het project kijken de aanpalende bewoners uit op een blinde muur. De voorziene groengevel is niet wintergreen en bovendien zal hetjaren duren vooraleer de muur volledig begroeid is.

Daarnaast wordt gesteld dat de visuele impact van de glijbanen en de glijbaantoren, met zijn hoogte van 30m, maar ook van de parkeertoren enorm is. Door de hoogte van deze constructies zal de horizon verstoord worden . Sommige bezwaarindieners stellen dat het parkeergebouw lelijk is en bijgevolg visueel als hinderlijk wordt ervaren. Tot slot worden de felle kleuren van de glijbanen als visueel storend beschouwd daar deze niet opgaan in het landschap/de groene omgeving.

1.1.9.5.         Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Hinderaspecten

Volgens de bezwaarindieners worden er verschillende vormen van hinder verwacht ten gevolge van het project. Het gaat onder meer over:

ongewenste schaduwhinder en verlies aan zonlicht voor de woningen gelegen aan de Zemstbaan en aanpalend aan het projectgebied aangezien het zwembad op te korte afstand van de achtertuinen van de woningen aan de Zemstbaan wordt gebouwd en gelet op de gevraagde ophoging van het terrein;

hinder door inkijk (schending privacy) in de tuinen van de aanpalende woningen aan de Zemstbaan door o.a. de ophoging van het terrein, onvoldoende buffering, de toegankelijkheid en het gebruik van de bufferzone, de positionering van de ramen in het zwembadgebouw, …;

hinder ten gevolge van de late openingsuren en laden en lossen ter hoogte van de tuinen van de woningen aan de Zemstbaan;

geurhinder, lichthinder, hinder ten gevolge van luchtverontreiniging, …; hinder door zwerfvuil (o.a. plastic verpakkingen van fastfood};

hinder door inbraken en vandalisme door hangjongeren;

hinder ten gevolge van roosters in de MS-cabine t.h.v. de Zemstbaan die zorgen voor mogelijke overlast (geluid, licht);

Gezondheid

Toename van verkeer, luchtverontreiniging, het gebruik van chemische stoffen, geluidsoverlast en de verandering van het landschap zouden een aanzienlijke verstoring van de rust en het welzijn van de omwonenden (slaapstoornissen, verhoogd stressniveau,

…) betekenen en bijgevolg schadelijk voor de gezondheid van de lokale bevolking.

Bezwaarindieners menen dat het project aanzienlijke gevolgen heeft voor het geestelijk en lichamelijk welzijn van de omwonenden wat dan weer voor meer doktersbezoeken, werkonbekwaamheid en ziekenhuisopnames zal leiden en dus ook meer kosten voor de ziekteverzekering.

Tot slot wordt door de bezwaarindieners opgemerkt dat door het geplande project de luchtkwaliteit aanzienlijk zal verslechteren. Uit recent onderzoek blijkt dat in heel Europa luchtverontreiniging een belangrijke oorzaak is van hart- en vaatziekten en ook van chronische luchtwegenaandoeningen.

Veiligheid

De loopbrug naar de evacuatiezone komt terecht in het natte gedeelte van de wei. Deze weide zal op vele momenten blank staan. Evacueren naar dergelijke zone is bijgevolg helemaal niet veilig.

De bezwaarindieners maken ook melding van de elektrische wagens in het parkeergebouw waarvan de batterijen voor brandgevaar zorgen en die bovendien amper te blussen zijn. ook de geplande MS-cabine ter hoogte van de Zemstbaan (met roosters richting de woningen) zou nefast zijn voor de veiligheid van de omliggende woningen.

Tot slot menen de bezwaarindieners dater geen rekening gehouden wordt met het feit dat er random de waterzuiveringsinstallatie bomen staan die bij wind en storm schade zouden kunnen aanbrengen aan de WZI met mogelijk risico op vervuiling van het natuurgebied en het grondwater.

1.1.10.     Bezwaarschriften met betrekking tot de milieuaspecten (iioa)

  1. Algemeen

Het project zal volgens de bezwaarindieners naar verwachting aanzienlijke negatieve effecten hebben op het milieu door onder andere de geplande ontbossing, verstoring van habitats en mogelijke vervuiling van de omgeving {door a.a. het gebruik van chemische producten zoals chloor).

1.1.10.2.       Vlarem-wetgeving

De aanvraag voldoet volgens de bezwaarindieners niet aan de sectorale voorschriften van Viarem II. Meer specifiek voor wat betreft volgende zaken:

De hellingsgraad van de vloer voldoet niet overal;

De toegang tot het zwembad dient zich ter hoogte van het ondiepe gedeelte te bevinden, wat niet overal het geval is in de aanvraag;

De aangevraagde hoeveelheid opslag corrosieve stoffen stemt niet overeen met de hoeveelheid vermeld op de productenlijst;

Viarem formuleert verschillende voorwaarden m.b.t. de veiligheid in het zwembad (afdeling 5.32.8 Viarem II). Vele van deze voorwaarden zijn niet duidelijk in het dossier en kunnen daardoor niet geevalueerd worden ;

Gezien de twee gedeeltes van het zwembad dienen er 2 EHBO-lokalen aanwezig te zijn.

Bijkomend wordt door de bezwaarindieners opgemerkt dat de chemicalien die nodig zijn voor de waterzuiveringsinstallatie dicht bij de installatie (buiten het zwembad) worden bewaard. Er wordt gesteld dat de berging van deze chemicalien niet op een veilige manier gebeurt en dat dit mogelijks ook in strijd is met de Vlarem-wetgeving.

1.1.10.3.       Waterzuiveringsinstallatie en lozing van afvalwater

De bezwaarindieners stellen dat in voorliggende aanvraag een waterzuiveringsinstallatie wordt gepland die dermate vervuilend is dat hiertoe een afwijking wordt aangevraagd door de aanvrager.

Volgens de bezwaarindieners wordt het afvalwater van voorliggende aanvraag geloosd nabij deels beschermde natuur en zal dit het grondwater van de omliggende woonwijken en het bos vervuilen. De bezwaarindieners stellen dat dit onaanvaardbaar is daar dit een negatief effect zal hebben op de gezondheid van de aanpalenden. De bezwaarindieners stellen dat het lozen van afvalwater in oppervlaktewater boven bepaalde lozingsnormen niet kan worden aanvaard, tenzij het effect op de gezondheid van de omwonenden eerst onderzocht wordt, wat volgens de bezwaarindieners in dit dossier niet is gebeurd.

Er wordt eveneens verwezen naar het ongunstig advies van de rioolbeheerder (Pidpa Riolering). Het ongunstig advies zou volgens de bezwaarindieners wijzen op een gebrekkige afwatering en afvalwaterzuivering. Eveneens wordt aangehaald dat het behandeld water dient afgevoerd te worden via de riolering waardoor de afvalwaterverwerking verstoord wordt.

1.1.10.4.       Luchtkwaliteit

Bezwaarindieners menen dat de lucht in Mechelen-Zuid al sterk verontreinigd is en stellen dat het rooien van een deel van het Zennebeemdenbos en het realiseren van voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag ertoe zal leiden dat de luchtkwaliteit in de omgeving nog zal verslechteren {door de verspreiding van fijn stof, ozon, stikstofdioxide en zwaveldioxide}.

Er wordt onder andere verwezen naar de hoeveelheid fijn stof, roet en stikstof die het extra verkeer met zich meebrengt. Specifiek wordt ook een verhoogde aantasting van de luchtkwaliteit verwacht door de luchtemissies afkomstig van de warmtekrachtkoppeling (WKK) en 3 stookinstallaties. De verwarming gebeurt immers met 3 gasgestookte ketels van 1.300kw. Gezien de klimaatopwarming en de uitfasering van dergelijke verwarmingsketels is het ontoelaatbaar nog met dergelijke ketels te verwarmen. De CO2- uitstoot, vlakbij natuurgebied, is volgens de bezwaarindieners onaanvaardbaar.

1.1.10.5.       Stikstof

Volgens de bezwaarindieners wordt er stikstofuitstoot verwacht ten gevolge van het project door onder andere de stookinstallaties, het kappen van het bos, het bijkomend verkeer,     Stikstof zal neerslaan op het bos en op de nabijgelegen natuurgebieden (a.a.

Natura 2000-gebieden en habitatrichtlijngebieden).

Daarbij wordt opgemerkt dat de stikstofuitstootberekening in het dossier niet correct is waardoor de impact ervan niet correct kan worden ingeschat. Bij gebrek aan stikstofdecreet is de verhoging van stikstof {hoe groat of hoe klein ook ) bovendien niet toegestaan.

1.1.10.6.       Geluidsoverlast

Algemeen

Het bos vormt heden een buffer tussen de snelweg en de bewoonde omgeving. Door het verdwijnen van het bos zal de geluidshinder toenemen.

Er is in Mechelen-Zuid al zeer veel lawaai door de E19 {die door de overheersende zuidwestenwind reeds een gevoelige geluidsoverlast teweegbrengt vooral in de ochtend­ en avondspits), de N1 en de drukste spoorlijn van Belgie. Daarnaast zorgt ook de airco/verwarming van Technopolis (op het dak met verluchtingsroosters en ventilatoren langs de kant van de huizen) voor geluidsoverlast. Het project gaat voor nog bijkomende geluidsoverlast zorgen.

Het geplande zwembad zal lawaaihinder veroorzaken zowel tijdens de dag als tijdens de avonduren en ook in het weekend. Vooral het openluchtgedeelte {buitenzwembad, wildwaterbaan, speeltuin) zal een enorme geluidsoverlast veroorzaken door roepende kinderen en de geluiden van de glijbanen, technieken, … De glijbanen hebben immers een enorme megafoonfunctie en fungeren als klankkast. ook het autoverkeer (zowel van de autocars als van de auto’s) zal voor extra lawaaihinder zorgen. Dit wordt trouwens nog versterkt door de hoogte van het parkeergebouw (waardoor het geluid zich verder verspreidt}. ook het kappen van de bomen zorgt voor meer lawaaihinder. De geplande technische installaties staan bovendien te dicht bij de achtertuinen en zullen hinder veroorzaken voor de omwonenden. Tot slot zal ook de technische toegangsweg om de gebouwen te bevoorraden voor extra autobewegingen (en bijgevolg ook geluidsoverlast) zorgen tot vlak tegen de tuinen en dit op nachtelijke tijdstippen.

Geluidstudie

Volgens de bezwaarindieners is de geluidstudie veel te eenzijdig en te subjectief uitgevoerd en wel omwille van volgende redenen:

De geluidsmetingen werden slechts bij 3 adressen uitgevoerd, allemaal gelegen vlak achter het hoofdgebouw. Er werden geen metingen uitgevoerd bij huizen die verderop de Zemstbaan liggen en dewelke niet afgeschermd worden door het hoofdgebouw.

Er wordt voornamelijk gemeten bij zuidwestenwind.

Het geluidsniveau waarmee tel kens wordt vergeleken is een momentopname in juni 2020. De geluidstudie is bovendien gebeurd tijdens de periode waarin thuiswerk verplicht was en er door de corona-maatregelen duidelijk minder verkeer was.

Het geluidsniveau afkomstig van de technische installaties werd niet onderzocht. De vergelijking in de studie met een Bellewaerde-park is niet adequaat aangezien er geen vergelijking is gemaakt met Plopsaqua in De Panne of Landen.

Het geluid van een waterpretpark verschilt volgens de bezwaarindiener aanzienlijk van een snelweg en kan niet louter worden vergeleken op basis van decibelniveaus.

Het effect van het geluid van de ontbossing werd niet mee in rekening gebracht. De geluidstudie werd niet aangepast aan het nieuwe plan (gebouwen werden immers geherpositioneerd om meer ruimte te bieden voor de busdoorgang).

Cumulatie van de verschillende geluidsbronnen werd niet onderzocht.

Om een representatief beeld te vormen, moeten volgens de bezwaarindieners metingen uitgevoerd worden op verschillende dagen/tijdstippen en bij verschillende weersomstandigheden (windstil/oostenwind).

Geluidoverdracht van binnen naar buiten

Volgens de bezwaarindieners is er ook sprake van geluidsoverdracht van binnen het zwembadcomplex naar buiten toe. Ter hoogte van ramen en deuren, alsook bij de opening van de wildwaterbaan zal de geluidsuitstraling een stuk hoger zijn dan momenteel wordt aangegeven in de geluidstudie.

Geluid afkomstig van de buitenactiviteiten

Voor de effecten van de buitenactiviteiten wordt er enkel van uitgegaan dater geluidsbronnen zijn in de wildwaterbaan en het buitenzwembad. Volgens de bezwaarindieners werd in de geluidstudie geen rekening gehouden met het geluid dat ontstaat door bezoekers in het glijbanencomplex, dat zich op hoogte bevindt en niet wordt afgeschermd door de geluidsmuur, noch door andere gebouwen. Ook werd geen rekening gehouden met de whirlpool die zich in een grote koker bevindt ter hoogte van de glijbanen. Deze koker kan als reusachtige klankkast werken. Volgens de geluidstudie wordt geen geluid verondersteld vanuit de buitenspeelweide. Deze wordt niet afgedekt door de geluidsmuur.

1.1.10.7.       Lichtvervuiling en lichthinder

Volgens de bezwaarindieners zal de plaatsing van verlichting op het terrein zorgen voor lichtvervuiling en lichthinder (die bovendien nu reeds aanwezig is).

De bezwaarindieners stellen dat de verlichting een negatieve impact zal hebben op de fauna (vogels, vleermuizen,…) in het bos.

De geplande weg achter de achtertuinen zal tot laat ’s avonds verlicht worden wat voor permanente lichthinder zal zorgen voor de aanpalende bewoners.

Volgens de bezwaarindieners zorgt de open structuur van het parkeergebouw voor lichthinder komende van de autolichten die tot ver in de tuinen van de Zemstbaan zullen schijnen op een hoogte van 7m tot 9m.

1.1.10.8.       Geurhinder

Bezwaarindieners menen dat geurhinder te verwachten zal zijn en meer specifiek van: het gebruik van chloor in het buitengedeelte van het zwembad;

de waterzuiveringsinstallatie; gebufferd water in de grachten; de opslag van restafval;

friteuses die gebruikt zullen worden in de cafetaria;

Daarbij wordt tevens opgemerkt dat de geurhinder aannemelijk is gezien de overheersende westenwind in ans land waardoor de geur richting de woningen van de Zemstbaan wordt verspreid.

1.1.11.     Bezwaarschriften die handelen over de waterhuishouding

  1. Aantasting waterhuishouding

Het volledige gebied bestaat uit beemden die het water van de autosnelweg en het afrittencomplex opvangen en behoort historisch gezien tot de Zennevallei. Gedurende lange periodes in hetjaar is dit heel drassig gebied. Het betreft kleigrond die veel water vasthoudt. Volgens de bezwaarindieners wordt de waterbergende capaciteit door voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag beperkt. Dit is onaanvaardbaar volgens de bezwaarindiener gelet op de huidige klimaatproblematiek.

De grand ligt lager (laagste punt) ten opzichte van de omliggende tuinen. Het gebied wordt bovendien aangeduid als mogelijks overstromingsgevoelig.

Verdere verharding en bebouwing, maar ook de gevraagde ophoging, zal de waterhuishouding aantasten en zal leiden tot verdroging van de directe omgeving (tijdens de werken) en anderzijds zal de waterdruk verplaatst worden naar andere gebieden (bos en tuinen in de buurt) met wateroverlast ter hoogte van de woningen aan de Zemstbaan tot

gevolg. Dit zal niet aIleen de flora en fauna nadelig be’fnvloeden maar ook gevolgen hebben voor de omringende ecosystemen, waaronder de rivieren en de waterwegen die afhankelijk zijn van het Zennebeemdenbos.

1.1.11.2.       Nieuwe gewestelijke hemelwaterverordening

Sinds enkele maanden geldt er een strengere gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. Volgens de bezwaarindieners wordt met deze gewestelijke verordening geen rekening gehouden.

1.1.11.3.       Bemaling (verlaging grondwatertafel)

De bronbemaling zal volgens de bezwaarindieners de waterhuishouding in het gebied verstoren en leiden tot een aanzienlijke daling van de grondwaterstand in de omgeving wat ernstige schade kan teweegbrengen aan de vegetatie {bomen), de ecologie, de watervoorziening alsook de gebouwen in de omgeving (mogelijke scheuren en barsten door verzakkingen). Daarbij wordt opgemerkt dat het grasland aansluitend aan het projectgebied een ‘historisch permanent glasland’ betreft en dat de impact van het project op het historisch permanent grasland door de bemaling (verlaging grondwatertafel} onaanvaardbaar is.

De toegevoegde studies ton en volgens de bezwaarindieners bovendien aan dater wel degelijk negatieve effecten te verwachten zijn ten gevolge van de verlaging van de grondwatertafel.

1.1.12.     Burgerrechtelijke aspecten (eigendomsrechten en beheersovereenkomsten)

Bezwaarindieners menen dat het regenwater wordt afgevoerd naar een nabijgelegen weide die geen eigendom is van de aanvrager. Er zou geen enkele afspraak bestaan over het gebruik van dit weiland als wadi of bufferbekken. Bijgevolg is de wateropvang niet gegarandeerd volgens de bezwaarindieners.

Volgens de bezwaarindieners is voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag in strijd met de beheersovereenkomst die werd opgesteld tussen Technopolis en Natuurpunt voor het beheer van de natuur.

nog volgens de bezwaarindieners klopt de aanduiding van de gracht ten oosten van de wei niet met de perceelgrenzen. De locatie van de aan te leggen dijk zou bijgevolg ook niet correct zijn.

Tot slot wordt verwezen naar een bestaande gracht die de scheiding zou vormen tussen de percelen en die deels behoort tot het terrein van huisnummer 130; bijgevolg kan hier niet zomaar aan geraakt worden meent de bezwaarindiener.

1.1.13.     Bezwaarschriften die handelen over waardevermindering

De bezwaarindieners stellen dat voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag ertoe zal leiden dat de waarde van de omliggende woningen/eigendommen sterk zal dalen.

1.1.14.     Bezwaarschriften die handelen over de werffase

Algemeen wordt bezwaar gemaakt van de hinder die de uitvoering van de werken met zich zal meebrengen. De bezwaarindieners stellen dat de gevraagde werfuren onredelijk zijn en dienen te worden aangepast om de hinder naar de omwonenden te beperken. In andere bezwaarschriften wordt dan weer aangehaald dater geen inspraak mogelijk is met betrekking tot de tijdelijke werfinrichting en maatregelen tijdens de uitvoering van de werken.

1.1.15.     Bezwaarschriften die handelen over de gevraagde vegetatiewijzigingen

De geplande bebossing op het perceel in Leest zal volgens de bezwaarindieners een invloed hebben op het uitzicht van een nabijgelegen woning. Het weidse uitzicht dat de bewoners momenteel hebben op een groat stuk van de Zennevallei zal wijzigen door de aanplant van het bos. Vanuit de woning worden , volgens het bezwaarschrift, momenteel verschillende dieren waargenomen. Door de geplande bosaanplant verliezen de bewoners van het aanpalende perceel hun (uit)zicht op het prachtige stuk natuur.

nog volgens de bezwaarindieners zal door de bosaanplant de zeer gevarieerde flora tot een schrale schaduwvegetatie herleid worden . De bezwaarindieners vragen bijgevolg om geen hoge bomen aan te planten op het deel van het perceel dat grenst aan hun eigendom.

De geplande bebossing op het perceel te Leest zou daarnaast volgens de bezwaarindieners ook zorgen voor een vermindering van de natuurlijke lichtinval in de woning. Volgens de bezwaarindieners zou een wetenschappelijke vergelijking van de huidige lichtinval (uitgedrukt in lumen) aantonen dat door de aanplanting van de bomen zoals voorzien in voorliggende aanvraag 80% van het op de achtergevel invallende licht verloren gaat. Dit verlies aan lichtinval zal bijgevolg zorgen voor een waardevermindering van de woning (aangezien deze minder aantrekkelijk wordt door de aanplant van de bomen, op korte afstand van de woning).