Vandaag kregen we onderstaand antwoord van Gert Eeraerts als antwoord op de opmerking van 9 dagen geleden dat we nogal teleurgesteld waren over de verstrekte informatie, van de burgemeester.
<begin email>
Geachte Heer,
In opvolging van het mailverkeer tussen u en de burgemeester, stuur ik u deze e-mail.
De meegedeelde informatie beantwoordt aan de actuele stand van het dossier. Andere vaststaande, goedgekeurde informatie is er op dit moment niet, noch van het project zelf, noch van het GRUP en de bijbehorende plan-MER in opmaak. Dat heeft niets te maken met een gebrek aan transparantie, maar alles met de fase waarin dit complexe dossier, met meerdere betrokken actoren, zich bevindt.
Bovendien nog enkele verduidelijkingen:
1. Het is het Autonome Gemeentebedrijf SAM (Sport Actief Mechelen) dat een marktbevraging gedaan heeft voor een nieuw en groter zwembad dan dat van de Leliestraat. De stad doet dit tijdig en als een goede huisvader: het zwembad kan nu nog functioneren maar moet ten laatste in 2024 volledig worden vernieuwd (in de praktijk afgebroken). AGB SAM wil – in samenspraak met alle zwemclubs en scholen – geen tweede keer ten minste twee jaar over maar één zwembad beschikken. De vorige keer dat dit gebeurde was volledig buiten de wil van het stadsbestuur. Dat werd toen bij zijn aantreden in januari 2001 geconfronteerd met een brandweerrapport dat al vele maanden oud was en om veiligheidsredenen de onmiddellijke sluiting bepleitte.
2. AGB SAM kiest voor de bouw en uitbating van het nieuwe zwembad voor een formule van publiek-private samenwerking, zoals vele andere steden en gemeenten dat doen. Zwembaden lenen zich daar voor: de private sector kan dit efficiënter bouwen en uitbaten dan de publieke overheid.
3. Of er een Plopsaqua komt op de terreinen van Technopolis, is niet de beslissing van het stadsbestuur of van AGB SAM. Technopolis (samen met de Vlaamse regering) zal daarover beslissen, samen met Plopsaqua. De stad Mechelen is –evident- wel vragende partij voor de bouw van een nieuw zwembad, gezien bovenstaande argumentatie.
4. Het is uiteindelijk de planologische bestemming van de beschikbare gronden die bepaalt waar projecten als dit mogelijk zijn, en dat zijn er uiteraard niet zo veel. Bijkomend zouden er synergiën gezocht zijn met Technopolis voor de uitwerking van dit zwembad, annex waterpark met een educatieve overlapping. Het zwemwater moet voldoen aan verschillende voorwaarden zoals prijszetting, ruimte voor schoolzwemmen, mogelijkheden voor clubs enz. De locatie is goed gelegen naar ontsluiting. Via de rotonde sluit ze direct aan op het op- en afrittencomplex Mechelen-Zuid en de B101. De ontsluiting voor wagens zal dus ZEKER NIET gebeuren via de Zemstbaan. Een ander element dat ook heeft meegespeeld in de keuze van de locatie is de spreiding over het grondgebied. Het is logisch dat het niet te dicht tegen het zwembad aan De Nekker wordt gebouwd.
5. Indien de Vlaamse overheid en Technopolis tot een overeenkomst komen met Studio100 dan moet er een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Er volgt nog een openbaar onderzoek in het kader van de procedure van het GRUP. Indien de aanvraag voor omgevingsvergunning van Plopsaqua niet afwijkt van het GRUP, dan moet er in principe geen openbaar onderzoek georganiseerd worden in de procedure van de omgevingsvergunning. Indien er wel wordt afgeweken van het GRUP, dan dient er wel een openbaar onderzoek te volgen.
6. In zijn bevoegdheid als vergunningverlenende overheid is het lokale bestuur gebonden aan de wet. De lokale overheid kan niet zonder meer beslissen wat haar behaagt, maar moet rekening houden met het wettelijk kader. Zo creëert de ruimtelijke bestemming rechten voor de eigenaar over bezitter van gronden die niet zomaar genegeerd kunnen worden door een lokaal bestuur. Concreet voorbeeld: een stadsbestuur kan niet zonder meer beslissen dat er niet gebouwd wordt op een stuk bouwgrond, louter en alleen omdat het graag heeft dat dit open ruimte blijft. Het is trouwens in deze de Vlaamse overheid en niet het stadsbestuur dat de bestemming van de gronden aan Technopolis bepaalt.
Omwonenden hebben evident ook rechten. Hun belangen worden onder meer beschermd door de verplichtingen om bij zulke projecten een Milieu-Effecten-Rapport te laten opstellen. Zo’n MER onderzoekt onder meer of de draagkracht inzake mobiliteit niet wordt overschreden, of de geluidsoverlast en waterhuishouding conform de wettelijke bepalingen blijven. Tevens is er een openbaar onderzoek, dat alle belanghebbenden toelaat om hun bezwaren te uiten. Deze bezwaren moeten verplicht beantwoord, weerlegd of overgenomen worden. Opnieuw, conform het wettelijke kader, dat iedereen rechten en plichten garandeert. Op basis van het openbare onderzoek en de MER kan een overheid het project weigeren of goedkeuren. Ze kan ook bijkomende bindende voorwaarden opleggen (bv buffering, maatregelen tegen geluidshinder, mobiliteitsmaatregelen,…), opnieuw niet willekeurig maar overeenkomstig wet en rechtspraak. Afhankelijk van de concrete inhoud en omvang van het dossier zal het de stad of de provincie zijn die de omgevingsvergunning aflevert.
7. Zoals steeds is het de ambitie van het stadsbestuur en zijn administratie om te zoeken naar een optimale verzoening van het algemeen belang met het belang van de omwonenden. Het doet dat op basis van een open en respectvolle dialoog.
Met vriendelijke groeten,
Gert Eeraerts
Directeur
Stad Mechelen